Werk in Uitvoering

Novemberschrijver

2 november 2025

Het zijn gedenkwaardige dagen, weemoedige ook. Carole King zingt, ‘So far away'. Daar komen de tranen al. Dat vloeiend verlangen naar toen alles nog te gebeuren stond. Naar dat eerste huis waar het 'samen' begon, op een stuk opgehoogde aarde in een buurtschap langs de IJssel. Waar we toen woonden. 'Doesn't anybody stay in one place anymore’.

En toen we Nederland verlieten. De jaren in Portugal, waarvan ik me herinner dat in november het gemis, van alles wat was achtergebleven, het sterkst was. 'It would be so fine to see your face at my door'.

Portugees novemberlicht, het vallen van alles. Regen ook, onbarmhartige regen, waar je woest doorheen ging.

Meer dan vijfendertig jaar geleden viel in op een novemberdag de Berlijnse muur. Een stad die volgens Cees Nooteboom ooit een beroerte heeft gehad. Nooteboom, in alles een novemberschrijver. Ik moest dringend op zoek naar zijn boek Allerzielen. Het staat niet bij de N, wie heeft het, waar is het. Ah, daar, tussen Alice Munro en Herta Müller. Dit boek is voedsel voor een weemoedige geest.

Protagonist Arthur Daane maakt in de jaren negentig wandelingen door Berlijn, begeleid door stemmen uit het verleden, ‘het moeras van de voorbije tijd’ genoemd. Wat je liever negeert omdat dingen die voorbij zijn niemand interesseert, omgeslagen bladzijden. Alsof je met je ziel te koop loopt en geen hond het wil hebben. ‘Dat bestaat,' schrijft Nooteboom, 'jaren waarin de gebeurtenissen voortrazen, waarin bladzijde 395 op bladzijde 398 allang vergeten is, en de werkelijkheid van een paar jaar eerder belachelijk dan dramatisch lijkt.’

Daane loopt door donkere en stille straten die van zo'n naargeestigheid zijn dat berusting op de loer licht. Daane is een voormalig cameraman die over de hele wereld interviews en de gevolgen van gruweldaden heeft gefilmd. Hij loopt door Berlijn met een verlichte geest, Berlijn als middelpunt van de geschiedenis. De sneeuw waait in zijn gezicht, ongezien loop ik mee, voel de kou van een straffe wind die ook de sneeuw aan mijn gezicht doet kleven.

Terwijl hij de kraag van zijn jas nog eens optrekt, hoort hij de hulproep van een heilsoldate. Ze zit gehurkt bij een door kou bevangen zwerver. Ik zie het. Er moet een ambulance gebeld worden. Een paar straten verder, in de Otto-Suhr-Allee zit een oude vrouw in een glazen bushokje. Ze zwaait naar hem, of nee, het is meer een dwingend wenken. 'Ze was oeroud, misschien wel negentig. Hoorde binnen te zitten met dit weer. Negentig, stel je voor dat het echt waar was.'

Daane denkt aan een eventuele echtgenoot, of die echtgenoot gevallen is aan het Oostfront. Of deze nu oude vrouw heeft mee gejubeld, of juist niet, tijdens toespraken van Goebbels in het 'Sportpalast'. Of was haar huis verpletterd door een bom uit Lancaster. 'Niets wist je van mensen, behalve dan dat zij toen een jaar of veertig geweest moest zijn.' Met een 'hoge commandostem' vraagt de vrouw: 'Glauben Sie, dass noch ein Bus kommt?' Hij denkt van niet. Hij brengt haar naar de ondergrondse en gaat verder.

Allerzielen is een verslag van onvermijdelijke gedachten in een naoorlogs leven. Nooteboom begon eraan te schrijven toen hij in Los Angelos verbleef, lees ik in een schrijversportret (waarbij ik me in de nabijheid van de schrijver waan) waarin hij terugkijkt op zijn leven. 'O ja, denk ik dan, we hebben een tijdje in Parijs gewoond, in Berlijn, in Los Angelos bij het Getty.' Waar hij dus aan Allerzielen begon te schrijven. Dat het allemaal gebeurd is. En dat er vandaag hagel wordt verwacht. Dat moet er nog bij. Om mijn weemoedigheid te rechtvaardigen.

 

 

Citaat uit: De prullenman heeft veel plezier aan mij beleefd / Thomas Heerma van Voss / Das Mag

 

 

crossmenuchevron-down linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram